“In de loop der jaren verschieten scholen af en toe van kleur. De school waar ik zelf op zat werd gedomineerd door de combinatie grijs-lichtblauw, maar toen ik er al bijna af was werd alles overgeschilderd in bruin en oranje.” Architect Maarten Sanders van OIII architecten.
De heersende mode, de smaak van de directeur of de inbreng van actieve ouders zijn doorslaggevend voor dergelijke gebeurtenissen. Vaak gebeurt het ook in stukjes, met tussenposen van enkele jaren, zodat er een kleurige lappendeken van onafgemaakte stukjes school ontstaat. Op de scholen van nu is ook de invloed van sites als Pinterest waarneembaar. Er verschijnen tussen gifgroene, beige klaslokalen nu ruimten met plastic laminaat, namaak-industrielampen en een ruwe houten tafel.
Lees verder onder de afbeelding
EIGEN SIGNATUUR
Sommige vormgevers proberen de willekeur bij het kiezen van kleuren te vermijden. Zomaar iets kiezen gaat ze gewoon niet goed af. Ze zoeken bestendigheid, iets wat de mode overleeft. Het moet nu goed zijn, maar over 20 jaar ook nog uit te leggen. Door het nastreven van een eigen signatuur, het in praktijk brengen van een theorie over kleur of zich te baseren op de context van een kleurtoepassing wordt het keuzeproces minder arbitrair. Als onderdeel van een gedachte waarin materiaal, kleur en vorm onlosmakelijk zijn verbonden, krijgt vormgeving een langere houdbaarheid.
DE BREDE REUS
Een voorbeeld van zo’n gedachtegang is terug te zien in het ontwerp voor de Brede Reus, een school in het centrum van Amsterdam, ontworpen door OIII architecten. Het project bestond uit de transformatie van een complex met een bewogen geschiedenis. Een rij 17e-eeuwse wevershuizen die in de jaren ’50 van de vorige eeuw zijn samengevoegd tot een kantoorgebouw werd ooit aangekocht door de gemeente Amsterdam om een maatschappelijke bestemming te krijgen. Deze werd uiteindelijk gevonden in de noodzakelijke uitbreiding van een bestaande school, aan de overzijde van het binnenterrein.
Lees verder onder de afbeelding
SAMENHANG
De uitgangssituatie bestond uit een ruimtelijk versnipperd geheel, met onderdelen uit verschillende bouwperioden zonder enige samenhang. Aan de straatzijde zijn de oorspronkelijke wevershuizen nog te herkennen in gevels en kap-vorm. De achterzijde was een uit de jaren ‘50 stammende strook kantoorruimten. Het plan van OIII architecten voor de transformatie beoogt een groot aantal voorwaarden om een goed functionerend schoolgebouw te realiseren. De belangrijkste vondst was echter de wijze waarop door gebruik van kleur en materiaal het gebouw weer een identiteit en een ruimtelijke samenhang kreeg. Dit gebeurt voornamelijk door de oorspronkelijke functie van het gebouw tot uitdrukking te brengen in een vloerpatroon dat alle ruimten met elkaar verbindt. Verschillende kleuren, lijnen en banen doorkruisen de ruimte, zodat het weefambacht dat hier eeuwen uitgeoefend werd op een subtiele manier zichtbaar is gemaakt. Daarnaast baseert het patroon zich zowel op het ritme en indeling van de oorspronkelijke huizen, als het stramien van het kantoorgebouw dat er later van gemaakt werd.
Lees verder onder de afbeelding
SPELEN
Doordat kleur en materiaal voor alle andere onderdelen rustig en neutraal zijn gehouden werkt het idee achter het vloerpatroon extra goed. Het verbetert de manier waarop men zich in het gebouw kan oriënteren en is voor kinderen een prima aanknopingspunt voor allerlei spelen. Hoewel de meeste gebruikers zich niet bewust zijn van de achtergrond van het ontwerp, herkent men wel het feit dat er een gedachte achter zit en niet voortvloeit uit een willekeurige smaak. En ondanks het feit dat in het gebruik van een school overal kastjes, borden en ander meubilair de ruimte steeds voller maakt; “The building can take it”. Vormgeving “bewaakt” de samenhang.
Lees verder onder de afbeelding
PANTA RHEI
Een totaal andere insteek is te zien het gebouw van Panta Rhei in Amstelveen, ontworpen door Snelder architecten. Het gebouw is ontworpen voor VMBO en heeft een transparante architectuur met veel daglicht. Kleur- en materiaalgebruik vloeit hier voort uit de wens van de gebruiker om een prikkel-arme leeromgeving te maken. Daarnaast wilde de architect dat de leerlingen, met hun kleurige aanwezigheid en door het exposeren van werkstukken, kleur in het gebouw zouden brengen. Dus werd een uitgesproken kleurkeuze vermeden. De toepassing van het lichtgrijze beton, wit stucwerk en zwarte stalen profielen maken van het interieur een lichte, rustige omgeving. De tijdloze uitstraling biedt ruimte en vrijheid, en ademt een optimistische blik op de toekomst. Een bijzonder element in de school is de toepassing van grafische vormgeving. Door gedichten en oneliners, opgetekend uit de monden van leerlingen, vorm te geven als vaste grafische ornamenten, wordt een koppeling gemaakt tussen gebouw en identiteit van individuele gebruikers. De vormgever spreekt zelf van “gedichten als intieme eilandjes op de vloer”, die een tegenhanger zijn van de open ruimtelijkheid van het gebouw.
Lees dit artikel hieronder in de online editie van Schooldomein.