Waarin Vlaamse onderwijshuisvesting verschilt van een Nederlands schoolgebouw

In januari 2017 is in Herentals de eerstegraadscampus van kOsh (Katholiek Onderwijs Stad Herentals) in gebruik genomen. Het gebouw is bestemd voor 1.000 leerlingen en telt twee bouwlagen. Wilt u weten wat dit gebouw uniek maakt, en waarin de eigenheid van een Vlaams schoolgebouw bestaat? Leest u dan verder om met deze unieke campus kennis te maken.

De eerstegraadsschool ligt aan de Ieperstraat in Herentals. Het ontwerp is een open campus met een centraal dorpsplein. De school streeft naar geborgenheid op een modern ogende campus, met licht en lucht, een open karakter en een goede mobiliteit. Kortom, een vernieuwende en energiezuinige school. Een eerstegraads opleiding betreft in Vlaanderen de eerste twee jaar van het secundair onderwijs. Dit onderwijs is bedoeld voor een brede vorming van de leerlingen, waar relatief weinig specialisatie plaatsvindt. Na de eerstegraads opleiding stromen leerlingen door naar een tweede- en derdegraads opleiding.

Het eigene van de kOsh campus
In een Vlaams schoolgebouw komen functioneel gezien vrijwel dezelfde ruimten voor als in een Nederlands schoolgebouw, alleen zijn ze regelmatig voorzien van een andere naam. Een aula heet bijvoorbeeld een refter. Een kantoorruimte heet een bureel. Een schoonmaakberging heet een kuishok. Er zijn echter meer verschillen dan enkel terminologie. Op het gebied van waterafvoer stelt de Vlaamse regelgeving bijvoorbeeld aanzienlijk meer eisen dan de Nederlandse regelgeving. De school is als gevolg hiervan voorzien van meerdere ondergrondse hemelwatertanks met een capaciteit van totaal 240.000 liter. Dit regenwater wordt na filtering en opslag onder meer gebruikt voor toiletspoeling en voor wasmachines. Hiernaast zijn er op het buitenterrein ook nog infiltratievoorzieningen en aanzienlijke ondergrondse buffertanks opgenomen die regenwater vertraagd afvoeren. Doel van deze voorzieningen is om de piekbelasting op het gemeentelijk riool te beperken. Ten aanzien van watergebruik is het schoolgebouw dus zeer duurzaam te noemen.

Tekst loopt door onder de foto’s

Energieprestatie
Ook op het gebied van energieprestatie zijn er verschillen. In Nederland wordt de energiezuinigheid van een schoolgebouw gemeten met een EPC-score, welke aan minimale eisen moet voldoen. In Vlaanderen wordt de energiezuinigheid beoordeeld met een E-peil en een K-peil. Dit is een lokale vertaling van dezelfde Europese regelgeving waarop ook de Nederlandse EPC-systematiek is gebaseerd. Het K- peil is een maat voor de isolatiegraad van een gebouw. Het E-peil is onder meer een maat voor de energieprestatie van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties. Voor de nieuwbouwcampus is een K-peil behaald van 31 en een E-peil van 54. De maximaal toegestane waarde voor het K-peil was 40, voor het E-peil was dat 60. Daar wordt dus in beide gevallen ruim aan voldaan. De scores zijn bepaald door een zogenaamde EPB-verslaggever. Als in Vlaanderen bij oplevering blijkt dat niet aan de wettelijke vereisten is voldaan, wordt er een boete opgelegd. Voor de nieuwbouw van kOsh was dit niet aan de orde.

Lees het volledige artikel in de online-editie van Schooldomein.