Kind centraal in Buurtvoorziening Morgenstond

Vanuit Buurtvoorziening Morgenstond ontstaat de verbinding met de wijk. Op elk uur van de dag zijn er activiteiten voor jong en oud. SBO De Haagse Beek is als één van de vijf partners opgebloeid en verliet eerst een mooie locatie in de duinen: ‘maar de zee levert geen kinderen.’ Een verhaal over de kracht van integraal denken.

Foto’s: Michel Kievits

Het nieuwe langwerpige gebouw spiegelt met het drielaagse bestaande gebouw van Kindcentrum Bamboe en is er in de centrale as mee verbonden. In het binnengebied markeert een oude kastanjeboom intieme binnenpleinen en een speeltuin. Richelle de Jong van DP6: “We wilden een ruimtelijke verbinding maken tussen het bestaande volume en het nieuwe gebouw en om deze ruimte te creëren hebben we de twee gymzalen opgetild. In het nieuwe hart zijn de verschillende organisaties met elkaar vervlochten.” Hier zijn peuterspeelzaal en kinderopvang visueel en fysiek verbonden en is letterlijk een doorgaande leerlijn gecreëerd. Een ruime zitkuil met treden om op te zitten vormt het geheel van aula en speellokaal, als één ruimte te gebruiken of juist door een vouwwand te scheiden. Keuken en ouderkamer, grand café, de meidenkamer en jongerenruimte grenzen aan de aula en maken onderdeel uit van dit bruisende hart van de buurtvoorziening. Richelle: “In de gevels hebben we letterlijk een raamwerk gemaakt met grote vensters naar de buurt en de veelkleurigheid van de gebruikers laten zien door de gekleurde glasplaten. Die lopen van groenblauw naar oranjerood, de verschillende kleuren van de gebruikers.”

Lees verder onder de foto

VOEDINGSGEBIED
Locatiedirecteur Jeroen Willems van de Haagse Beek is één van de vijf gebruikers: “De Haagse Beek ontspringt in de duinen, liep over ons terrein en mondt uit in de Hofvijver. De plek was ook uniek omdat we een enorme tuin en een grote speelplaats hadden. Het was een mooi jaren 70 gebouw met vlinderdaken, maar qua comfort was het gedateerd. Geen dubbel glas, te koud en te donker en met regelmaat stond de kruipruimte vol met water. Bovendien stond het voor onze doelgroep niet meer op de goede plek omdat er bezuinigd werd op het aangepast vervoer waardoor het leerlingaantal daalde. Met nog slechts zes groepen kwam de levensvatbaarheid in gevaar. Op deze plek in de wijk Morgenstond stond een oud mbo-gebouw dat de Krullevaar gebruikte voor allerlei activiteiten, waaronder koken. Lucas Onderwijs stimuleerde ons om mee te doen en het resultaat is ernaar. Het is een prachtige brede buurtvoorziening met lijnen naar het Kindcentrum Bamboe, welzijn, sport en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Dit is een wijk met relatief veel zwakkere gezinnen en juist dan is het goed dat de lijnen kort zijn en je niet voor elke dienst of activiteit naar een andere plek hoeft te lopen; je loopt binnendoor en je bent er. Wanneer je hier overdag of ’s avonds komt dan merk je hoe het hier aan alle kanten leeft en bruist en mensen het fijn vinden om hier te komen. Daardoor merk je ook dat we op een heel natuurlijke manier met elkaar leren samenwerken. Zo heeft de kok al aangeboden om met onze kinderen gerechten te bereiden. Zo leren ze hoe ze met ingrediënten om kunnen gaan.”

Lees verder onder de foto

TOTAL ENGINEERING
Mirjam Aarden van ingenieurs- en adviesbureau DGMR: “Vroeger had je als bouwfysicus een lijstje waarmee je aan de slag ging. Je had vaak weinig contact met de eindgebruikers. Nu onderzoek je hoe het gebouw het beste voor de gebruikers kan gaan werken. Als projectleider moet je daarom naast de technische inhoud ook kunnen organiseren en communiceren, rekening houdend met gebruikers. Een total engineering aanbesteding betekent dat we integraal konden ontwerpen en uitwerken. DP6 wilde de brandcompartimentering en het gebruik van de verschillende functies op elkaar afstemmen. Dan moet je openstelling en brand zo efficiënt mogelijk regelen en dat geldt bijvoorbeeld ook voor de verhouding tussen daglicht en energieverlies. Voor de EPC-berekening hebben we verschillende energieconcepten bedacht. De gymzalen zijn opgetild en dat levert een uitdaging voor de vloeropbouw. Richelle knikt: “Dat integrale denken is uitgangspunt geworden. Vanaf de start ontwerpen we aan alle disciplines tegelijk en met oog op het gebruik. Een voorbeeld: voor dikte van de vloeren kijken we integraal wat we nodig hebben qua draagvermogen en geluid. Je wilt met oog op de kosten de hoogte van het gebouw minimaliseren en dus geen balken onder de vloer hebben waar de installaties onderdoor moeten; dat kost hoogte en geld. Zo hebben we in het hart van het gebouw met een grotere overspanning gewerkt, om aan de wensen van flexibiliteit te kunnen voldoen. Wil je hier voor grotere groepen vieringen kunnen organiseren dan moet je daar geen kolommen hebben staan. Ook moet je een beeld hebben van de bezettingsgraden, die uitgangspunt zijn voor de brandveiligheid en ventilatie. In het hart van de buurtvoorziening kan het muzieklokaal bij het podium worden betrokken, evenals het speellokaal. DP6 en DGMR dachten na over hoe je met grote groepen kunt werken ontwierpen tegelijkertijd een optimale akoestiek en geluidsisolatie.”

Lees verder onder de foto

RUST EN STRUCTUUR
Jeroen vult aan: “We hebben kinderen die kenmerken van autisme of ADHD hebben. Die moet je niet te veel prikkelen. Het soort licht is drie keer langs geweest, daar hebben we met alle gebruikers naar gekeken. Deze school heeft rust en structuur nodig. Dat vind je terug in het materiaalgebruik en de kleuren, maar ook in de goede akoestiek.” Mirjam: “Toen wij hoorden dat het om een school ging voor speciaal onderwijs ging meteen onze aandacht extra naar de zorg voor goede geluidsisolatie.” Richelle: “Overleg met de gebruikers is essentieel en vanaf de start hebben we naast het ontwerpteam een tweewekelijks gebruikersoverleg gehad. Je hebt te maken met vijf verschillende gebruikers, die elk verschillende doelgroepen bedienen, andere openingstijden hanteren en eigen wensen hebben op het gebied van flexibiliteit, thermisch comfort, akoestiek en beveiliging. Als je het goed doet merken de gebruikers niet dat het slim gedaan is. Je maakt een gebouw omdat je wilt dat mensen er comfortabel kunnen leren en werken. Eigenlijk moet een gebouw vanzelfsprekend zijn. Het oude gebouw deed niets met zijn omgeving en nu staat er een gebouw voor de buurt. Het leeft en bruist aan alle kanten.”