Onderwijsconcept en gebouwbeleving bepalen welbevinden leerlingen

Op initiatief van VELUX en met medewerking van het Merletcollege, Stichting Living Daylights, ICSadviseurs en Ector Hoogstad Architecten vormde het nieuwe Merletcollege in Cuijck het decor voor vier boeiende inleidingen en een debat op het scherpst van de snede: wat is het onderwijsconcept zonder goed gebouw en is de architect ook een goede bioloog? Daarna wachtte het glas en een mooie rondleiding.

Lees verder onder de foto

Foto: Martine Sprangers

Directeur Ben Leenen van het Merletcollege trapt af in wat hij het mooiste gebouw van Nederland noemt: “Al onze 900 leerlingen volgen vol overtuiging onder hetzelfde dak onderwijs vanaf vmbo tot en met gymnasium en technasium. Wat waren onze uitgangspunten: (1) de kwaliteit van de omgeving moest zichtbaar zijn in het gebouw, (2) we wilden een transparant gebouw waar iedereen elkaar kon zien en niemand zich kon verstoppen, (3) we wilden een gebouw met een open karakter dat een gevoel van ruimte geeft. Allemaal uitgangspunten die het contrast met de oude gebouwen weergeven, waar je alleen door een klein raampje in de klas kon kijken en niemand wist wat daar gebeurde. We wilden laten zien wat we doen en daarom hebben we de lokalen in de nieuwbouw volledig transparant gemaakt; van buiten naar binnen en van binnen naar binnen. In onze visie op het nieuwe gebouw blijft het klaslokaal het uitgangspunt en we hebben dan ook geen leerpleinen. Transparantie is ook belangrijk omdat je eerder het gesprek met elkaar hebt over wat echt in de klas gebeurt. In dit gebouw lopen alle leerlingen door elkaar en hebben ze geen eigen thuisbasis, waardoor elk type onderwijs en elk vak voor iedereen zichtbaar is. Daarnaast wilden we een modern en eigentijds gebouw waarin licht en lucht tot hun recht kwamen. Het gebouw moest ook een bepaalde rust uitstralen, met natuurlijke kleuren en materialen, omdat leerlingen en medewerkers het gebouw kleur geven. De transparantie is groot, maar het gebouw is prikkelarm. De ontwerpers van Ector Hoogstad Architecten vonden dit een unieke locatie en wilde buiten de lijntjes kleuren; dat bepaalde mede onze keuze. De rest is geschiedenis en dit gebouw heeft de toekomst.”

Lees verder onder de foto

Foto: Arjen Schmitz

THE SUN IS NEW EACH DAY
“En dat wist Heraclitus al 450 jaar voor de jaartelling”, begint Atto Harsta, “de zon is het meest circulaire van alles en was altijd al de basis voor onze architectuur. Je hebt daglicht en transparantie nodig en als je het niet hebt weet je wat je mist en hoe je het de volgende keer anders moet doen. Alleen jammer dat veel opdrachtgevers maar één keer de kans krijgen en die vaak verprutsen. Onze daglichtbehoefte was de basis van de architectuur, stelde ook Le Corbusier. Vaak denken we dat het om de hoeveelheid licht gaat, maar het gaat over de dynamiek van het licht. Dat vakmanschap moet je terug zien te krijgen, waarbij de natuur het beste medicijn is. Architecten en opdrachtgevers moeten weer leren met de natuur samen te werken en niet tegen de natuur in te gaan. Door te veel fragmentatie laten we iets ontstaan en zorgen dat er een technische oplossing komt. We zijn allemaal buitenmensen, maar dat zijn we massaal vergeten. 90% van de tijd zitten we binnen en dat zitten bedoel ik letterlijk. Het gebouw is er om mensen te verleiden en als je wilt verleiden moet je dat zichtbaar en voelbaar maken. Huisvesting en visie moeten hand in hand gaan. Het bouwbesluit is ooit ontstaan uit de gezondheidswet, om er minimale eisen aan te stellen en ons te beschermen zodat we niet doodgaan. Energieneutraal bouwen bracht veel apparaten in de school en aan elk apparaat hangt een snoer en een stekker; dat is dus een schijnoplossing. Onze kennis over licht en lucht is verbeterd, we weten steeds meer over de effecten van de leeromgeving op kinderen. 25 tot 30% van onze kinderen heeft een indicatie ADHD. Een kind brengt ongeveer 10.000 uur tot zijn 12e in de school door, dat is meer dan thuis; dus die gebouwde omgeving bepaalt steeds meer de kwaliteit van ons leven. Groen, daglicht en ventilatie hebben een relatie met productiviteit en leerprestatie. We weten nu dat licht en gezondheid iets anders is dan alleen licht om te zien. 200 lux is misschien voldoende om aan een leerprestatie te werken, maar is iets anders dan de 1.200 lux die je nodig hebt om gezond te zijn. En zoals licht belangrijk is, is donker ook belangrijk; één op de drie mensen heeft een slaapprobleem. Daarom een pleidooi voor meer zintuigelijke architectuur als onderdeel van een healing environment.”

Lees verder onder de foto

Foto: Martine Sprangers

DIVERSITEIT EN TOLERANTIE
Joost Ector: “We zijn gespecialiseerd in kennislandschappen en zo hebben we het Merletcollege ontworpen. Wanneer je op je leven terugkijkt kun je je eigen scholen tot in detail voor de geest halen; het zijn superbelangrijke gebouwen. Veel gebouwen waren vroeger transparant en ruimtelijk opgezet, maar die kwaliteit is gaandeweg verloren gegaan. Hier konden we vanuit de ruimte ontwerpen; de relatie met de Maas, de schepen die langzaam voorbijglijden en het magnifieke van het landschap. Het is dapper van de gemeente Cuijk om deze locatie voor de school te bewaren en zo een cadeau aan jezelf te geven. Het gebouw ontvouwt zich als een periscoop richting de Maas en is van alle kanten transparant; je moet zien waar mensen mee bezig zijn. We vinden diversiteit en tolerantie belangrijk. Kinderen moet je niet uit elkaar trekken, wat weer steeds vaker gebeurt. Hier heerst gelijkheid en kun je aan alles deelnemen. Dit gebouw heeft enorme maten, en dat doen we om voordelige plekken te maken met weinig energieverlies. Licht door een dak halen is heel effectief. Zo kun je heldere lichte gebouwen maken als je de kneepjes kent.”

Lees verder onder de foto

Foto: Arjen Schmitz

FACTS AND FIGURES
Martin Rolsma heeft vanuit ICSadviseurs het project begeleid: “Het is in alle opzichten een bijzonder gebouw. We hebben als eerste het oorspronkelijke programma van 9.800 m² teruggebracht naar 9.100 m² door slim en compact te ontwerpen. Door de reductie hebben we kosten kunnen besparen, waardoor er ruimte ontstond om de kwaliteit te verhogen. Ook hebben we in de ontwerpfase kritisch gekeken naar de open-dichtverhouding. Het verhogen van transparantie in gebouwen geeft natuurlijk extra kwaliteit, maar heeft als nadeel extra kosten en leidt vaak tot meer warmteoverlast. Om een goede balans te vinden is in dit project gekozen voor smalle lichtstroken waarbij de lichtinval wordt versterkt met spiegels. Hierdoor konden we het transparante deel laag houden en toch voldoende licht binnen halen. Uitgangspunt voor dit project was om een installatie-arm gebouw te realiseren met als doel de onderhoudskosten zo laag mogelijk te houden en de bediening zo eenvoudig mogelijk te houden. Hierbij hebben we samen met de opdrachtgever bepaald om eerst met een bouwfysicus aan de slag te gaan en daarna pas na te denken over de (installatie-) techniek. Dat levert op dat je vanuit de gebruiker begint te denken en niet vanuit het gebouw.” Door te leren uit de praktijk en dat te verbeteren hebben we een nieuw concept ontwikkeld. Dit heeft o.a. geresulteerd in een goed doordacht ventilatiesysteem (natuurlijke ventilatie), zonder klimaatklachten, dat simpel werkt en goed te onderhouden is. Een WKO-installatie was op deze locatie technisch niet realiseerbaar, vandaar dat we hebben gekeken naar alternatieven. Door de gunstige ligging direct aan de Maas is gebruik gemaakt van Maaswater voor de opwekking van verwarming en koeling. In combinatie met een warmtepomp en een warmtewisselaar kan je hiermee het gebouw met minimale kosten verwarmen en koelen.”

Lees verder onder de foto

Foto: Martine Sprangers

TRANSPARANTIE, ONDERWIJSVISIE EN BIOLOGIE
Martine Tornij van Summa college: “Wij vragen ons af of te transparante lokalen goed werken. Uit onderzoek onder studenten blijkt dat ze privacy belangrijk vinden.” Ben lacht: “We wilden eerst folie op de ramen plakken, maar al snel begrepen we dat we daarmee heel ons concept zouden aantasten. Na drie dagen waren de leerlingen gewend en het effect is juist dat leerlingen rustiger worden in dit gebouw dan in de vorige gebouwen toen niemand ze zag.” De afvaardiging van het Rodenborgh College uit Rosmalen is bezig met het eigen programma van eisen voor de nieuwbouw: “We worstelen met ons onderwijsconcept. Uit bezoeken aan andere scholen met grote leerpleinen zien we dat dat vooral chaos oplevert en er geen rust en regelmaat is. We denken zelf aan een verhouding 80% klassikaal onderwijs en 20% in andere werkvormen. Wat is jullie beeld?” Ben antwoordt: “We zijn weliswaar klassikaal georganiseerd, maar transparantie is het uitgangspunt. Traditioneel betekent bij ons niet dat alles achter gesloten deuren plaats vindt. Dit hele gebouw is als een avontuur opgezet en dat beïnvloedt het gedrag van de gebruikers ook.” Architect Alfons Hams reageert: “Het draait niet om de leerling maar om het onderwijs. Die leerling moet geïnspireerd worden en daar moet je een pakkend aanbod tegenoverstellen. De leerlingen doen het allemaal op een andere manier en verschillende werkvormen maken dat meer leerlingen aanslaan op de methode die je aanbiedt. Je kunt ruimtelijk heel goed een combinatie maken van lokalen en andere werkvormen zonder dat het chaotisch wordt. Mijn ervaring is dat je daardoor juist meer rust in de school krijgt.”

Lees verder onder de foto

Foto: Arjen Schmitz

ARCHITECT MOET OOK BIOLOOG EN MEDICUS ZIJN
Architect Lennaert van Capelleveen: “Dit gebouw is naar het licht ontworpen. Als je ’s morgens binnenkomt loop je naar de zon en aan het einde van de dag is de zon aan de achterkant van het gebouw, waar de docentenkamer zit. Dat betekent dat het licht als het ware meeloopt met de dag en dat heeft een relatie met de activiteiten in het gebouw. Daarbij heb je daglicht van boven en van opzij nodig.” Alfons knikt: “Je biedt een breed scala aan werkplekken en mogelijke activiteiten aan en het binnenklimaat moet daarop kunnen inspelen.” Atto: “Dat betekent dat de architect ook bioloog en medicus moet zijn. Niet de techniek van het gebouw is uitgangspunt, maar het welbevinden van de gebruikers.” Marthijn Reekers tenslotte: “Daglicht bepaalt de dynamiek van de kinderen, dat moet je met elkaar in balans brengen; daarbij gaat het om de spreiding en kwaliteit van daglicht. Soms is méér licht niet de oplossing, maar juist meer gericht of gespreid. Door daar van tevoren met opdrachtgever, architect en adviseurs goed over na te denken, samen met aspecten als akoestiek en binnenklimaat help je gebouwen te maken die de gebruikers activeren en gezond maken.”

Kijk voor meer informatie op velux.nl of dutchdaylight.nl.