Inspiratieboek 2015-2020: Samen Werken aan de School van Morgen
Samen Werken aan de School van Morgen. Dat is de titel van het Inspiratieboek 2015-2020 waarvan op 23 juni, aan het einde van een speciaal webinar, het eerste exemplaar is aangeboden aan Rijksbouwmeester Floris Alkemade. Het Inspiratieboek is het nieuwe standaardwerk in de Nederlandse scholenbouw. Op 540 pagina’s beschrijft het boek maar liefst 107 projecten binnen het primair, speciaal en voortgezet onderwijs die in de periode 2015 – 2020 zijn gerealiseerd.
Ook biedt het Inspiratieboek een overzicht van alle functies en activiteiten binnen de gedocumenteerde projecten en een overzicht van de omvang en bouwkosten gedurende de periode 2015-2020 waarin zij in gebruik zijn genomen. Het boek schetst de trends binnen de verschillende onderwijssoorten en bevat verder boeiende bijdragen van ecosoof Henk Oosterling, wetenschapper Harold Bekkering, onderwijskunstenaar Sjef Drummen, transitiestrateeg Atto Harsta, boegbeeld van Ruimte-OK Marco van Zandwijk en architect Thomas Rau. Daarnaast bevat het boek een onderzoek vanuit het Center for People and Buildings (CfPB) waarbij docenten bevraagd zijn over de kwaliteit van hun leer- en werkomgeving; in deze tijd van een prangend lerarentekort een actueel thema.
Betekenisvolle omgeving
Met dit nieuwe standaardwerk wil auteur en samensteller Sibo Arbeek toekomstige opdrachtgevers stimuleren. Hij gebruikt daarbij het begrip “betekenisvolle omgeving” dat in dit boek in negen specifieke kenmerken is uitgewerkt. Bij elk van de 107 projecten zijn de meest bepalende kenmerken aangegeven, waarmee de lezer de kwaliteiten van elk project makkelijk kan ontdekken. Elk project vertelt het verhaal vanuit de gebruiker en de betrokken partners in het proces van ontwerpen, bouwen en inrichten. De artikelen zijn rijk geïllustreerd met prachtige foto’s en plattegronden en de relevante projectgegevens.
Uitdagende en vitale leeromgeving
Het Inspiratieboek is een pleidooi om op een inspirerende en visie-rijke manier naar de toekomstige bouw- en renovatieopgaven in het onderwijs te kijken. Wetenschapper Frank de Jong van de Aeres Hogeschool Wageningen gebruikt daarbij het begrip “ecologisch intelligent handelen” waarbij de opgave meer is dan alleen het verduurzamen van gebouwen, maar om een actieve houding vraagt. Architect Alfonso Wolbert spreekt van “onaffe gebouwen, die zichzelf blijven evalueren,” om daarmee aan te geven dat huidige en toekomstige gebruikers, het gebouw en de omgeving waarin het staat in steeds veranderende verhoudingen staan. Een goed gebouw is adaptief en beweegt op een vanzelfsprekende manier mee met ontwikkelingen die we nu vaak nog niet kennen. Die twee kwaliteiten kenschetsen volgens Arbeek de uitdaging waar de opdrachtgever van morgen voor staat, samen met de partijen waarmee hij samen werkt. Het gaat niet om de stenen, maar om de inhoud. En dat vraagt iets van bestuurders en opdrachtgevers in de wijze waarop ze naar hun duurzame bouwopgave kijken. Het doel is om – voor de komende generaties kinderen, leerlingen, leraren en overige gebruikers – leer- en werkomgevingen te helpen maken die “onaf” zijn en daardoor aantrekkelijk en uitdagend blijven.
Energieneutraal
Het boek staat in die zin vol met stimulerende projecten, waarbij er een opvallende toename is van prachtige renovaties. Bijzonder is ook dat veel nieuwe gebouwen al energieneutraal worden gebouwd, terwijl BENG pas vanaf januari 2021 voor het onderwijs verplicht is. De voorbeelden in het boek laten zien dat meer mogelijk is, wanneer partijen met elkaar willen samenwerken vanuit een gedeelde ambitie. Dat geldt voor gemeenten en schoolbesturen en ook voor de partners binnen het ontwerp- en bouwproces. De laatsten hebben met hun bijdragen dit boek ook mogelijk gemaakt.
Over de auteur
Sibo Arbeek is dit jaar 30 jaar hoofdredacteur van het platform Schooldomein, dat met het magazine Schooldomein in zes uitgaven per jaar het totale onderwijsveld, de gemeenten en intermediaire organisaties betrekt, als ook de partners binnen de keten. Arbeek heeft eerder tien Scholenbouwprijzen voor het Ministerie van OCW georganiseerd. In 2019 ontving hij voor deze verdiensten een koninklijke onderscheiding.