Home Geen categorie Ontmoetingsgericht ontwerpen vanuit verbinding

Ontmoetingsgericht ontwerpen vanuit verbinding

19
0

Samen bouwen aan opgave onderwijs en kinderopvang

Onderwijs en kinderopvang werken steeds vaker samen. Dat vraagt om voorzieningen waarin die samenwerking goed vorm kan krijgen. Wie hierover meer te weten wil komen komt al snel uit bij Bertus Koot en Joke Kuijf. Beiden werkten met veel bevlogenheid bijna zeventwintig jaar samen in de sector van de kinderopvang. Deze zomer gingen beiden met pensioen. Tijd voor een gesprek over visie, verbinding, ontmoeting en de kunst van goed samenwerken.

Tekst Marco van Zandwijk Foto: Eva Bloem
Architect: De Zwarte Hond

Kinderopvangnetwerk
Bertus Koot en Joke Kuijf zijn sinds 1998 het gezicht achter de kinderopvangorganisatie die nu bekend is onder de naam Stichting Kind & Co Ludens. Waar Bertus stond voor de inhoudelijke visie en ideeën, wist Joke deze visie te vertalen in concrete bouwprojecten. Wat begon als het beter organiseren van het peuterspeelzaalwerk op enkele locaties in Maarssen groeide uit naar een toonaangevend netwerk van kinderopvang met zo’n 500 locaties in 27 gemeenten. Bijna 3.000 collega’s werken dagelijks aan kwalitatieve kinderopvang. De organisatie is daarmee één van de grootste kinderopvangaanbieders in Nederland.

Huisvesting volgt visie
Wanneer je Bertus vraagt naar zijn visie op kindvoorzieningen is hij duidelijk: “We moeten deze helemaal niet willen benaderen als werk- of opvangplek, maar als plekken voor de ontmoeting. Huisvesting volgt daarmee altijd de visie op het verbinden van mensen. Het voorziet in ruimte om elkaar te ontmoeten en betekenisvolle ervaringen op te doen.” Bertus spreekt continu over het belang van betekenisvolle plekken. Om deze te kunnen realiseren moet je denken in een grote diversiteit van ruimtes. “Waar we nu beginnen met een optelsom van lokalen moeten we dus eigenlijk andersom beginnen. Nodig is vanuit het kind te kijken. Wat heeft deze nodig?”

“Nodig is vanuit het kind te kijken. Wat heeft deze nodig?”

Durven vooruit te kijken
“Door de jaren heen hebben we bijna 40 fusie-trajecten doorlopen”, vertelt Bertus. “Groei was daarbij nooit een doel op zich, maar wel een manier om maatschappelijk impact te kunnen maken. Steeds opnieuw vroeg dit om ondernemerschap. Goed ondernemerschap begint daarbij vanuit een idee of kans. Zodra je dat met elkaar wilt zien of kan delen kan het bouwen aan iets nieuws beginnen. Eerst moet het hart sneller gaan kloppen. Er moet gewerkt worden aan de relatie. Het ‘toetsen’ met het hoofd volgt later.”

Kennisoverdracht
De afgelopen tien jaar besloot Bertus zich ook meer maatschappelijk in te zetten en zijn kennis te delen via congressen, trainingen en brancheverenigingen. Daar deelt hij zijn inzicht dat er echt veel meer kan als je bereid bent samen op te trekken bij de ontwikkelomgeving van kinderen. Zo liggen er veel kansen om ruimtes samen te delen en te gebruiken. “Daarvoor moet de visie op samenwerken vanuit het onderwijs wel passen bij die van de kinderopvang. Hier is nog een wereld te winnen want dat is lang niet altijd het geval” Dat klopt weet Joke: “Het delen van ruimte is inderdaad één van de moeilijkste dingen die er zijn. In de meeste gevallen schuift de kinderopvangpartner te laat aan in een proces. Ze wordt slechts gezien als huurder in plaats van partner. Dat maakt de kans op inhoudelijke samenwerking en het aangaan van een verbinding lastig. Deze verbinding begint vanuit het hart, niet vanuit het hoofd, de stenen of een huurtarief.”

Functioneel duurzaam
Eenmaal in gesprek over duurzaam bouwen hebben beiden het niet over de techniek en-of kosten. “Van echt duurzaam bouwen kan je pas spreken als de beschikbare ruimte optimaal kan worden gebruikt. Er wordt nu nog steeds te veel monofunctioneel gedacht. Dat wil zeggen dat functies te veel gescheiden en los van elkaar worden bedacht. Het zou moeten gaan om het bouwen voor kinderen. Integraal bouwen, vraagt integraal denken. Zowel vanuit de visie, op niveau van het management als op de werkvloer. Maak de functie van het gebouw ondergeschikt aan de behoefte van het kind. Organiseer een diversiteit aan plekken om deze kinderen heen. De gebouwen die je daarmee realiseert zijn pas echt integraal en waarschijnlijk velen malen optimaler in gebruik en exploitatie dan de gebouwen die we gewend zijn om te realiseren.”

Werken vanuit integraliteit
Terugkijkend naar bouwprojecten noemt Joke onder andere het Kindcentrum Leeuwesteyn in Utrecht als voorbeeld waar zij met trots op terug kijkt. “Het project, dat is opgeleverd in de zomer van 2023, betrof een moeilijke bouwopgave op een krappe bouwkavel langs de A2 in Leidsche Rijn. Het was het eerste kindcentrum waar vanuit de visie op samenwerking het begrip integraal echt betekenis kreeg”, licht Joke toe. De visie op leren en ontwikkelen in een doorgaande ontwikkellijn samen met de PCOU-Willibrord vormde daarbij het uitgangspunt voor het ontwerp  van BDG architecten (zie kader hieronder).

Ontwerp Kindcentrum Leeuwesteyn Utrecht
De visie op leren en ontwikkelen in een doorgaande lijn van 0 tot 13 jaar was het uitgangspunt van het ontwerp van BDG Architecten. Onderlinge verbinding en samenwerking staan centraal. De omgeving nodigt uit tot spelend leren, samen onderzoeken en zélf ontdekken. Het gebouw kent een heldere opdeling van ruimtes waarin ook veel ruimtes kunnen worden gedeeld. Denk dan aan de grote gymzaal, de speellokalen of de atelierruimtes waarin koken, kunst of techniek centraal staan. Er is daarnaast veel aandacht besteed aan de routing en de buitenruimte. Een belevingsdak voegt  groen en een moestuin toe. Dit vanuit de gedachte dat wat de kinderen binnen leren, buiten ook te zien, voelen, proeven en te ervaren is.

Samen kaders stellen
Het samen bouwen aan de opgave voor onderwijs, kinderopvang en sportvoorzieningen vraagt om vertaling van een gezamenlijke visie van alle te huisvesten partners. Joke geeft aan dat dit geduld vraagt. “Het succes van een integrale voorziening wordt grotendeels bepaald door de partijen die de samenwerking in de voorziening invulling moeten gaan geven. Als deze samenwerking vanaf het eerste moment gelijkwaardig is dan vinden partners elkaar altijd wel in de uitvoering leert de praktijk.” Bertus vult aan: “Het samen optrekken helpt ook in het rond krijgen van de businesscase. In het proces moet iedereen de ruimte voelen en krijgen om mee te mogen denken. Dat mee mogen denken begint al bij de voorzieningenplanning van een wijk. Welke voorzieningen heeft een wijk nodig? Op welke manier is daarin voldoende ruimte voor onderwijs, sport en kinderopvang meegenomen? Deze vragen moet je vooraf met elkaar willen beantwoorden.” Het belang van de doorgaande ontwikkellijn en een goede samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang wordt gelukkig door steeds meer gemeenten en onderwijsorganisaties gezien. Het Integraal Huisvestingsplan (IHP) vormt daarbij een logische plek om duidelijk te maken hoe de gemeente naar de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang kijkt.

“Het IHP vormt een logische plek om duidelijk te maken hoe de gemeente naar de samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang kijkt”

Investeren in gezamenlijke huisvesting
Het is ook in het belang van kinderen dat er goede afspraken worden gemaakt over samenwerking. Zeker in het geval dat de samenwerking net wat anders loopt dan van te voren bedacht. Om die reden nam Bertus afgelopen jaar plaats in een landelijke werkgroep die gevraagd is na te denken over de zogenaamde huwelijkse voorwaarden die je met elkaar af moet spreken wanneer je participeert in gezamenlijke huisvesting. “Ook in moeilijke tijden moeten partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten. De investering in de voorziening reikt voor een kinderopvangorganisatie verder dan het gebouw. Ook de infrastructuur van bedrijfsvoering, denk dan aan het personeel en de bezetting spelen daarin een rol.”

Leerhuis van 0-18 jaar
In plaats van onderwijs en kinderopvang alleen te zien als kostenpost zou Bertus liever spreken over het investeren in persoonlijke ontwikkeling van onze jeugd. “Het zou niet langer moeten gaan over verdienen maar over verbinden.” Vanuit die visie nam Bertus in 2016 in Utrecht samen met de SPO Utrecht en NUOVO het initiatief om te komen tot de ontwikkeling van  een leerhuis van 0-18 jaar. Een voorziening die elke denkbare drempel voor persoonlijke ontwikkeling zou moeten wegnemen en vertrekt vanuit de gedachte dat ieder mens de intrinsieke motivatie en nieuwsgierigheid heeft om steeds te blijven leren. De overtuiging was er. Maar voor de omvang van het programma was er in de stad Utrecht geen ruimte beschikbaar waarmee de plannen gerealiseerd konden worden. “Een gemiste kans”, aldus Bertus.

Eigen kantoor als laatste project
Als laatste project zorgden zij voor het nieuwe onderkomen van Kind&co Ludens in Houten. Een inspirerende werkomgeving voor het hoofdkantoor van de kinderopvangorganisatie. Op deze plek zie je alle opgedane leerervaringen terug. Het is letterlijk een plek voor ontmoeten, verbinden en inspiratie. “Met het opleveren van het eigen kantoor is voor ons de cirkel rond.” Joke sluit af met het belang van goed samenwerken in de bouwpraktijk “De vele overleggen die voorafgingen aan de daadwerkelijke realisatie van projecten vormde voor mij mede de sleutel tot succes. Het helpt dan als je met elkaar een gedeeld belang in de uitvoering weet vast te houden. Wie het stralende kind voorop stelt kan dan niet anders dan kwaliteit willen leveren.”

Meer informatie: Kindcentrum Leeuwesteyn ∙ BDG Architecten en IKC De Brug – www.dezwartehond.nl