Foto: Laurens Kuipers
Het gebouw van het Johan van Oldenbarnevelt gymnasium was al enige tijd te klein. Bovendien werd het gebouw uit 1920 ontsierd door de vele aanbouwen, zowel permanent als tijdelijk. Daardoor was de interne organisatie onoverzichtelijk en weinig functioneel. Veel donkere inpandige ruimten en weinig tot geen mogelijkheden voor zelfstandig werken.
Dat is met één grote ingreep hersteld. Van het in origine H-vormige klassieke gebouw zijn alle aanbouwen verwijderd en is de middenpoot van de H in haar geheel vervangen door een compacte nieuwbouw met volledig glazen gevels. Doordat de zijvleugels van het gebouw intact zijn gebleven, zijn de overgangen naar de bestaande bebouwing nagenoeg niet veranderd. Het nieuwe bouwdeel ligt er beschermd tussen en is vooral over de langere zichtlijn van de Van Hogendorplaan in haar volle expressie te zien.
Het nieuwe middendeel meet 30 bij 35 meter en heeft op de koppen, bij de overgang naar de historische bouwdelen, een voorzieningenkern met trappen, lift en sanitaire ruimten. Doordat de verdiepingshoogten van het bestaande gebouw van 4,5 meter zijn aangehouden kan het licht diep in de ruimte doordringen. Aan de gevels zijn posities voor 12 groepsruimten per verdieping gerealiseerd met daartussen een royaal werk- en leerplein. De afscheiding van groepsruimten naar leerplein is met volledig glazen wanden om het licht in het middengebied zo optimaal mogelijk te houden.
De gymzaal die voor het gebouw stond en de gehele middenrisaliet aan de Heinsiusstraat aan het zicht onttrok, is gesloopt en onder het nieuwe middendeel teruggebouwd. Door middel van een tribunezittrap naar de kelder kan de verdiepte gymzaal bij de begane grond getrokken worden voor vieringen en voorstellingen.