Bij de Vrije Universiteit Amsterdam wordt op een leegstaande etage volop geëxperimenteerd met pop-up studie- en ontmoetingsplekken. De ruimte is volledig ingericht voor én met studenten. Hun wensen waren: een relaxte sfeer waarin je je thuis voelt. Voor inspiratie, ontmoeten en geconcentreerd werken. Gispen HUBB paste perfect in dit plaatje.
Eind oktober 2018 opende de VU de nieuwe, experimentele leeromgeving. Harm Derks, manager Library Services bij de VU: Het is de meest populaire studieplek van de VU! Er is een ware community aan het ontstaan, een plek voor ontmoetingen in de breedste zin van het woord. Zo zie ik de studieplek van de toekomst voor me; die zorgt voor meer interactie tussen studenten, docenten, wetenschappers… Iedereen komt hier bij elkaar, onder meer in de HUBB-opstelling.’
Een deel van de etage is ingericht als studiezone. Harm Derks: ‘Men wilde samen kunnen studeren; óók in stilte op zijn tijd. In een omgeving waarin je je meteen thuis voelt. Dat biedt HUBB. Op de ene plek kun je echt in afzondering zitten. Op een andere plek schuiven de studenten stoeltjes erbij en ontstaat een gezellige koffiehoek.’
‘Je ziet gewoon dat HUBB met oog voor detail en architectonische kwaliteit ontwikkeld is. Het is niet alleen een duurzaam maar ook een mooi meubel; de materialen, de manier waarop stopcontacten en lampjes erin verwerkt zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat een kwalitatief hoogwaardige omgeving je tot betere resultaten brengt én meer rust brengt. Er is tegenwoordig veel aandacht voor werkstress en werkdruk. Studenten ervaren die ook. Daarom is het goed om van hen terug te horen dat ze HUBB gezellig vinden, en een plek die geborgenheid geeft. De HUBB-opstelling is niet voor niets de hele dag bezet. Bijkomend voordeel: zien studeren, doet studeren!’
Totdat de etage herbestemd wordt, blijft hij in gebruik als experimentele leeromgeving, inclusief HUBB. Harm Derks: ‘Die bevalt ons zo goed, dat we de proefopstelling die in eerste instantie tijdelijk werd geplaatst, overnemen. Een evidence based purchase kun je wel zeggen; een beter bewijs van intensief gebruik in de praktijk is er niet!’