Hou bij verbouwingen rekening met beschermde dieren

Bij verbouwingen, maar ook bijvoorbeeld bij het aanbrengen van isolatie, een ventilatiesysteem, of buitenverlichting, moeten scholen volgens de wet Natuurbescherming rekening houden met de aanwezigheid van beschermde soorten, zoals vleermuizen, uilen, mussen, gierzwaluwen of planten. En zo nodig voor bescherming of compensatie zorgen. Zo levert de school een bijdrage aan meer biodiversiteit en worden leerlingen actief betrokken bij natuurbescherming.

tekst Irma Thijssen, RVO

Een mooi voorbeeld is een school in Coevorden waar bij de sloop en nieuwbouw een kraamverblijf voor vleermuizen is gemaakt, met succes. Een ander voorbeeld komt uit Harderwijk. Daar moesten steenuilen wijken vanwege bouwwerkzaamheden. Bij een schoolgebouw in de buurt werd een nestkast voor de steenuil opgehangen en er zijn takkenbossen neergelegd om extra muizen te lokken. Meestal gaat het om het creëren van ruimte onder het dak voor vleermuizen, of het aanbrengen van nestkasten of gevelstenen voor vogels.

Wet Natuurbescherming
Per 1 januari 2017 vervangt de Wet Natuurbescherming de Flora- en Faunawet, de Boswet en de Natuurbeschermingswet. Bij sloop, nieuwbouw of werkzaamheden aan gebouwen moet de gebouweigenaar controleren of er geen beschermde soorten aanwezig zijn. In dat geval moet hij/zij ontheffing bij de provincie aanvragen en samen met een ecologisch adviseur een slimme oplossing zoeken. Dit kost inspanning: goede voorbereiding, budget en planning. Het bevoegd gezag toetst en kan aanvullende eisen stellen. Per jaar komen er zo’n 500 ontheffingsaanvragen binnen, waarvan enkele tientallen van scholen. Ingeschat wordt dat dit maar tien procent is van het werkelijke aantal situaties. Meer aandacht hiervoor is dan ook hard nodig.

 

Meer informatie over de Wet Natuurbescherming, lijsten van beschermde dieren en informatie om aan de slag te gaan:
Ruimtelijke ingrepen
Instrumenten ter ondersteuning in de uitvoering van de Wnb